• 088 - 833 88 88
  • Gratis en vrijblijvende intake
  • 7 dagen per week 08:00 - 22:00

Eigendom

Wat gebeurt er precies met vermiste en gevonden dieren of bij diefstal en doorverkoop? Bij wie ligt het eigendom? Hieronder meer informatie.

Plaats direct je vraag

Advocaat Eigendom Dierenrecht

Eigendom en advocaat

In het Burgerlijk Wetboek wordt een dier weliswaar behandeld als was het een ‘zaak’, naar de letter is een dier geen zaak. De wet stelt dat je eigenaar, bezitter of houder van het dier kunt zijn. Bij dieren krijg je dus te maken met het goederenrecht en het eigendomsrecht. Opmerking verdient dat het hier gaat om gezelschapsdieren. In het wild levende dieren zijn bijna altijd beschermd en mag je niet in gevangenschap houden.

Is jouw huisdier weggelopen of gestolen en wil je jouw dier terug krijgen? Dan kan het soms noodzakelijk zijn om een juridische procedure te starten. Bijvoorbeeld omdat de vinder of degene die het dier heeft gekocht nadat het is gestolen, het dier niet wil terug geven. Om jouw dier terug te kunnen krijgen, moet je vaak kunnen aantonen dat je de eigenaar bent van het dier. Een advocaat kan er met de juiste argumentatie voor zorgen dat je jouw dier zo snel mogelijk terug hebt. Je moet bijvoorbeeld kunnen aantonen dat de nieuwe eigenaar had kunnen weten dat het dier gestolen kon zijn. Voor een zo groot mogelijke kans van slagen, kan het verstandig zijn om zo vroeg mogelijk in de procedure een advocaat gespecialiseerd in het goederenrecht en eigendomsrecht in te schakelen. Onze advocaten zijn ervaren. Zij hebben regelmatig dergelijke zaken in behandeling waardoor zij relatief snel een dagvaarding of advies kunnen schrijven. Zij zijn op de hoogte van de betreffende wet –en regelgeving en jurisprudentie en weten wat er voor nodig is om een zaak te kunnen winnen. Bovendien zijn het prettige mensen die zich bewust zijn van de emotionele binding die er met een dier bestaat. Wij maken altijd eerst persoonlijk kennis met onze advocaten, waardoor wij u goed aan een advocaat kunnen koppelen.

Wanneer ben je eigenaar, bezitter of houder van een dier?

Het Burgerlijk Wetboek maakt bij zaken (en ook dieren) onderscheid tussen eigendom, bezit en houderschap. Het is ook bij de koop en verkoop van een dier van groot belang om te weten of iemand eigenaar is.

Als bezitter houd je een zaak voor jezelf. Jij hebt de feitelijke macht over het dier. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen middelijk en onmiddellijk bezitter. Je bent middelijk bezitter, indien er iemand anders is die het dier voor jou houdt. Je bent onmiddellijk bezitter indien jij zelf het dier houdt. Als houder, houdt je het goed of dier voor een ander. Wie het dier in bezit heeft, wordt in principe als rechthebbende eigenaar van het dier gezien. Je bent echter niet altijd automatisch tevens eigenaar. Dit is bijvoorbeeld niet het geval indien je te kwader trouw bent en weet dat eigenlijk iemand anders de eigenaar is van het dier.

Voorbeeld
Linda gaat een paar maanden reizen en moet haar kat achter laten. Zij spreekt met haar buurman af dat de kat tijdelijk bij hem gaat wonen. De buurman is houder en van de kat. Linda blijft echter de (middelijk) bezitter en eigenaar van de kat.

De houder van het dier is verantwoordelijk om zijn dieren de nodige verzorging te geven. Ook als je gevangenisstraf krijgt opgelegd blijft die verantwoordelijk bij jou liggen. Je zult dus zelf opvang voor jouw dieren moeten regelen. Politie of gemeente zijn hier niet voor verantwoordelijk. Als zij dieren ‘vinden’ die niet worden verzorgd, kunnen ze de dieren aan een asiel aanbieden. De eigenaar heeft dan twee weken de tijd om de dieren op te halen.

Wat moet je doen als je een dier hebt gevonden?

Als je een dier hebt gevonden dan moet je daarvan aangifte doen bij de bevoegde instanties. Bij dieren is dat de Burgemeester, maar in de praktijk zal dat het asiel of de opvang zijn die door de gemeente is aangewezen. Indien het dier is gechipt, dan moet je verplicht contact opnemen met de eigenaar. Als je dat niet doet dan kan je beschuldigd worden van diefstal. Je mag de eigenaar die het dier komt halen wel vragen om de kosten van de verzorging van het dier te vergoeden.

Als je het dier hebt aangegeven, dan heeft de eigenaar een jaar de tijd om te reageren. Indien niemand na een jaar heeft gereageerd, dan kun jij de eigenaar worden van het dier.

Wat moet je doen als jouw dier is vermist of gestolen?

Je moet er aantoonbaar alles aan doen om het dier terug te krijgen. Dit houdt in: contact opnemen met de burgemeester (asiel of dierenopvang die door de gemeente is aangewezen), de politie, de dierenambulance en Amivedi. Als je dit niet meteen doet of het zoeken staakt, dan verkrijgt het dier de vrijheid en verlies je het eigendom.

Als een dier wordt achtergelaten, dan is de gemeente verantwoordelijk voor de opvang. In de praktijk zullen dat het asiel of de dierenambulance zijn. De eigenaar heeft dan meestal twee weken de tijd om het dier op te eisen. Als je jouw dier komt ophalen, dan zul je wel de kosten van de opvang moeten betalen. Na twee weken is de gemeente bevoegd om een andere eigenaar te zoeken of het dier te laten inslapen.

Hoe haal je jouw dier terug?

Wanneer iemand jouw dier heeft gevonden dan wil je jouw dier natuurlijk terug hebben. Dit kun je doen door te revindiceren, dit is een juridische term voor het terughalen van je eigendom. Je kunt eerst proberen het dier bij de vinder terug te halen door bijvoorbeeld een brief te sturen. Als de vinder niet wil meewerken zul je een proces moeten starten. Het is heel vervelend wanneer iemand niet reageert op jouw revindicatie en het kan veel zorgen veroorzaken. Het is verstandig om hiervoor advies van een advocaat in te winnen. Een advocaat kan deze zorgen van je over nemen, je adviseren over de haalbaarheid van een eventuele procedure en de zaak tot een goed einde brengen.

Wat kun je doen als de vinder jouw dier niet terug wil geven?

Als de vinder van jouw dier het dier niet terug wil geven, dan zul je naar de rechter moeten om het dier terug te eisen. Je moet dan kunnen bewijzen dat jij de eigenaar van het dier bent. Dit is met name een probleem indien het dier niet officieel geregistreerd is. Paarden en honden zijn verplicht officieel geregistreerd. Dingen die kunnen helpen bij het bewijzen van jouw eigendom zijn onder andere: een (geregistreerde) chip of paspoort, bonnetjes van kosten ten behoeve van het dier, verklaringen van getuigen en foto’s. De emotionele binding met het dier is moeilijk meetbaar en kan de rechter daarom moeilijk laten meewegen. Een rechter zal daarom alleen kijken naar wie aannemelijk kan maken dat hij de eigenaar is. Als de rechter besluit dat je jouw dier terug krijgt, dan kan de vinder wel eisen dat je de gemaakte verzorgingskosten moet vergoeden.

Wat kun je doen als jouw dier is gestolen en daarna is doorverkocht?

Als jouw dier is gestolen en daarna doorverkocht heb je drie jaar de tijd om het dier terug te eisen van de nieuwe eigenaar. Indien de nieuwe eigenaar het dier niet wil teruggeven, dan zul je naar de rechter moeten om jouw dier terug te krijgen. Of dit lukt, hangt af van de omstandigheden van het geval. Indien het dier is doorverkocht, dan weet de nieuwe eigenaar vaak niet dat het dier was gestolen. De koper is te goeder trouw als hij geen enkel vermoeden kon hebben dat het dier was gestolen. Ben je als koper te goeder trouw? Dan zul je in principe worden beschermd. Alleen als je kunt bewijzen dat de nieuwe eigenaar bij de koop van het dier wel degelijk had kunnen weten dat het dier was gestolen, dan kun je jouw dier wellicht terug krijgen. Het zal vaak erg moeilijk zijn om dit te bewijzen. Uiteindelijk moet de rechter beslissen wie de eigenaar van het dier is.

Als de koper van het dier niet te goeder trouw is, dan kan het zijn dat hij zich schuldig maakt aan heling. Dit is het geval indien de koper had kunnen weten dat hij een gestolen dier kocht. Er mag van je verwacht worden dat je enig onderzoek doet naar de verkoper, doorvraagt en oplettend bent. Als je dat als koper niet bent, dan kun je strafrechtelijk worden vervolgd. Heling bij dieren is vaak echter erg moeilijk aantoonbaar. Bij dieren die verplicht geïdentificeerde en geregistreerd zijn, zoals paarden en honden, is heling wel beter aantoonbaar. Indien je in dat geval bij de koop niet hebt gevraagd naar het paspoort of de chip dan zul je later moeilijk aan kunnen tonen dat je te goeder trouw was.

Voorbeeld
Als haar paard wordt gestolen uit de stal, is Ineke daar kapot van. Als zij een paar maanden later bij een wedstrijd gaat kijken, ziet zij tot haar verbazing haar paard ineens in de bak lopen. Na afloop van de wedstrijd spreekt ze de eigenaar hierop aan. De nieuwe eigenaar beweert nergens wat vanaf te weten en zegt dat zij het paard eerlijk heeft gekocht. Ineke gaat naar de rechter om haar paard terug te krijgen. Al snel blijkt dat het paard geregistreerd staat op naam van Ineke. De nieuwe eigenaar had dus kunnen weten dat de verkoper niet de rechtmatige eigenaar van het paard was. De rechter oordeelt dat het paard eigendom is van Ineke.

In bovenstaand voorbeeld heeft de dief het paard verkocht aan een derde. Houdt de dief het paard zelf? Dan heb je twintig jaar de tijd om het dier terug te eisen van de dief.

Waar moet je rekening mee houden als je kiest voor een herplaatsingsdier?

Wil je graag een dier een nieuw tehuis geven? Dan kun je kiezen voor een herplaatsingsdier. Er zijn verschillende organisaties die zich bezig houden met het herplaatsen van dieren. Maar wie wordt er eigenlijk de eigenaar van het dier en wat zijn jouw rechten en plichten?

Je zult er ten eerste goed op moeten letten dat de organisatie gebruik maakt van een goede overeenkomst. De afspraken over de plaatsing van het dier moeten duidelijk zijn vastgelegd. Controleer altijd goed wie er eigenaar wordt van het dier. Het komt soms voor dat de organisatie of stichting de eigendom van het dier behoudt, terwijl jij wel de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor het dier krijgt. Bovendien ga je soms akkoord met veel verplichtingen rondom de verzorging van het dier en het afleggen van verantwoording aan de stichting, die misschien niet redelijk zijn.

In beginsel geldt dat de bezitter, tevens als rechthebbende eigenaar van het dier wordt gezien. Een organisatie of stichting kan dus niet zomaar een dier in beslag nemen. Zij zullen moeten kunnen aantonen dat ze de rechtmatige eigenaar zijn.

Plaats direct je vraag