• 088 - 833 88 88
  • Gratis en vrijblijvende intake
  • 7 dagen per week 08:00 - 22:00

Regelingen voor zorginstellingen

Regelingen voor zorginstellingen

De overheid stelt verschillende kwaliteitseisen aan zorginstellingen. Deze worden voorgeschreven in verschillende wetgeving, zoals de Zorgverzekeringswet (zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz).

Advocaat Regelingen voor Zorginstellingen

Plaats direct je vraag

Welke algemene kwaliteitseisen gelden voor zorginstellingen?

Zorginstellingen moeten bijvoorbeeld medezeggenschap regelen, een goede klachtenregeling hebben en het zorgplan met hun cliënten bespreken, de precieze eisen waaraan zorginstellingen zich moet houden staan in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), de Wet BIG, de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen en de Wet toelating zorginstellingen. Hieronder wordt een overzicht weergeven van de belangrijkste regelingen voor instellingen.

Zorginstellingen moeten aan de volgende eisen voldoen:

  • De zorginstelling levert zorg van een behoorlijk niveau. De zorg die je levert is tijdig, effectief en veilig;
  • De instelling stelt binnen 6 weken na de start van de zorg samen met de cliënt een zorgplan op. Dit zorgplan wordt regelmatig met de cliënt besproken;
  • De zorginstelling heeft een cliëntenraad;
  • De instelling heeft een klachtencommissie en een klachtenregeling;
  • De zorginstelling maakt een verslag voor 1 juni. Hierin legt de instelling verantwoording af over het beleid dat afgelopen jaar werd gevoerd alsmede over de kwaliteit van de zorg.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) controleert of nieuwe zorgaanbieders zich aan deze regelingen houden. Als instellingen zich niet aan deze regelingen houden kunnen er maatregelen volgen.

Voorbeeld
Ondernemer Petersen heeft een onderneming als zorginstelling. Hij weet het juridische en economische belang van het bijhouden van alle juridische vereisten.Echter, gezien de achtergrond van Petersen wil hij zich vooral bezig houden met de dagelijkse praktijk en de zaken van de onderneming. Hij schakelt een advocaat in die hem kan helpen de juridische zaken in orde te brengen, zodat Petersen zich kan focussen op het ondernemen.

Wat houdt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) in?

Deze wet is opgesteld zodat de kwaliteit van de zorg verbetert. Het doel van de wet is dat er openheid ontstaat over de gemaakte fouten zodat deze in de toekomst voorkomen kunnen worden. De focus van deze wet ligt op het waarborgen van zorgvuldige omgang met de klachten die een zorginstelling ontvangt.

De Wkkgz geldt voor alle zorgaanbieders, zowel voor zzp'ers als bedrijfsartsen en verzekeringsartsen als voor aanbieders van cosmetische behandelingen. Zorgaanbieders moeten voortaan een melding doen van alle vormen van geweld in de zorgrelatie. In deze wet staat bijvoorbeeld wat er moet gebeuren als men een klacht heeft over de zorg. Deze wet regelt de volgende punten:

  • Een snellere en betere aanpak van klachten;
  • Dat zorgmedewerkers de incidenten op een veilige manier kunnen melden;
  • Dat de cliënt een sterkere positie krijgt;
  • Dat de meldplicht van zorgaanbieders wordt uitgebreid. 

Van zorginstellingen worden nieuwe inspanningen verwacht om de kwaliteit van de zorg die zij bieden te verbeteren. Hieronder worden voor zorginstellingen de belangrijkste nieuwe verplichtingen kort uiteen gezet:

Verplichtingen voor 2016

  • De zorginstelling moet een systeem hebben waarin veilig incidenten gemeld kunnen worden. Deze regeling vereist dat medewerkers van een zorginstelling de incidenten en onzorgvuldigheden kunnen melden. Bijvoorbeeld als er bijna sprake is geweest van een ongeluk door een bepaalde werkwijze of doordat bepaalde apparatuur verkeerd wordt gebruikt. Op deze manier kunnen collega's deze situaties bespreken en proberen te voorkomen; 
  • Alle instellingen moeten bij het aannemen van een nieuwe zorgverlener zijn functioneren controleren. Bij elke nieuwe zorgverlener moet zijn arbeidsverleden worden nagegaan. Bovendien moeten bepaalde zorgverleners een Verklaring Omtrent het Gedrag voorleggen;
  • Als een zorginstelling een zorgverlener ontslaat door ernstig disfunctioneren, is de instelling verplicht dit te melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Als jouw cliënt met geweld te maken heeft gehad moet dit ook worden gemeld bij de inspectie; 
  • Als er een iets niet goed is gegaan dan moet je jouw cliënt goed blijven informeren. Fouten moeten met de cliënt worden besproken en dit moet worden opgenomen in het cliëntendossier. Als bijvoorbeeld een fout is gemaakt tijdens een operatie moet dit worden besproken met de cliënt. Ook moet hiervan een moet een aantekening worden gemaakt in het cliënten dossier. 

Verplichtingen vanaf 2017

  • Jouw zorginstelling moet een klachtenfunctionaris in dienst hebben. Deze moet gratis beschikbaar zijn voor jouw cliënten. De functie van een klachtenfunctionaris is het bemiddelen tussen de verschillende partijen. Ook dient hij cliënten te informeren over de verschillende mogelijkheden die jouw zorginstelling biedt over het indienen van klachten;
  • Alle zorgaanbieders moeten aangesloten zijn bij een geschilleninstantie. Deze geschilleninstantie moet worden erkend door de minister. Er bestaat een aanvraagprocedure voor de erkenning van een geschilleninstantie; 
  • Zorginstellingen moeten een schriftelijke overeenkomst hebben met alle zorgverleners die voor de instelling werken. In deze overeenkomst staan normen omgeschreven waaraan de zorgverlener moet voldoen. Een arbeidsovereenkomst volstaat voor de medewerkers die in loondienst zijn.

Wat houdt WTZi-toelating in?

Wil je een zorginstelling beginnen die zorg aanbiedt en bovendien gefinancierd wordt vanuit de Wet langdurige zorg of Zorgverzekeringswet? Dan moet jouw instelling bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een toelating hebben gedaan. Afhankelijk van de uitkomst van de toelating krijg je toestemming om die zorg te leveren. Dit wordt de WTZi-toelating genoemd.

Je moet als organisatie een WTZi-toelating aanvragen als jouw organisatie zorg levert die binnen de Zorgverzekeringswet of de Wet Landurige Zorg (Wlz) valt en twee personen namens de organisatie zorg gaan verlenen.

Je hebt geen toelating nodig als:

  • Jouw organisatie levert zorg die valt onder de Wlz of Zvw zorgen die zorg wordt betaald vanuit een persoonsgebonden budget;
  • De zorg die jouw instelling levert is onderaanneming;
  • De zorg die jouw zorginstelling levert valt onder de verantwoordelijkheid van jouw gemeente (zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning en/of de zorg die valt onder de Jeugdwet.);
  • Jouw instelling levert zorg als zelfstandige en heeft dus geen personeel.

Bij de WTZi-toelating wordt er gekeken of je aan verschillende wettelijke vereisten voldoet. De vereisten waaraan zorgstellingen aan moeten voldoen staan omschreven in de Wet toelating zorginstellingen (WTZi). De wet gaat onder andere over het bestuur wat een zorgaanbieder moet hebben en wanneer er winst uitgekeerd mag worden.

Bij de toelating wordt er onder andere gekeken naar:

  • Of de zorgaanbieder voldoet aan de wettelijke vereisten (zie voor meer informatie onze website over kwaliteitseisen van de zorg en de Wkkgz); 
  • Of de organisatie een onafhankelijke toezicht heeft;
  • Welk winstoogmerk de zorginstelling heeft;
  • Of de zorgaanbieder voldoet aan de beleidsregels van de Wet toelating zorginstellingen.

Na de toelating wordt er van de zorginstelling verwacht dat zij de eisen blijft naleven. Als er zich wijzigingen voordoen moet je dat melden aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bovendien moet je elk jaar verantwoording af leggen over de manier waarop de zorginstelling het geld uit de Wet Langdurige Zorg en Zorgverzekeringswet omgaat.

Voorbeeld
Ondernemer Jansen wil zijn eigen huisartsenpraktijk starten. Hij moet de WZTi- toelating doen bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hij weet echter niet zeker of hij aan alle gestelde eisen voldoet. Jansen contacteert een advocaat die hem hierin kan begeleiden.

Welke maatregelen kan de inspectie voor de gezondheidszorg opleggen?

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kan maatregelen opleggen als zij vindt dat het niveau van de zorg van onvoldoende is, of als er door zwakke plekken in de zorg een te groot risico is op schade voor patiënten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kan daarnaast ook maatregelen nemen tegen fabrikanten en leveranciers van medische producten of geneesmiddelen.

Er zijn veel maatregelen die genomen kunnen worden:

  1. Adviserende en stimulerende maatregelen;
  2. Corrigeerde maatregelen;
  3. Bestuursrechtelijke maatregelen;
  4. Tuchtrechtelijke maatregelen;
  5. Strafrechtelijke maatregelen.

De Inspectie probeert altijd proportioneel op te treden. Hiermee wordt bedoeld dat de maatregel in verhouding staat met het risico of de overtreding. Hoe meer risico er is voor patiënten, hoe zwaarder de maatregel zal zijn. De Inspectie treedt streng op tegen misstanden zoals seksueel grensoverschrijdend gedrag of onbetrouwbare zorgverleners. Als zij een vermoeden hebben dat er een strafbaar feit is begaan door de zorgverlener nemen zij bovendien contact met het Openbaar Ministerie.

De maatregelen die de Inspectie voor de Gezondheidszorg kan nemen en de wijze waarop deze worden toegepast zijn vastgelegd in de IGZ Handhavingskader. Een deel van deze maatregelen worden openbaar gemaakt.

1. Adviserende en stimulerende maatregelingen

De Inspectie heeft verschillende manieren om zorgverleners te stimuleren om de zorg die zij aanbieden te verbeteren. Hiervoor zouden zij bijvoorbeeld persoonlijk in gesprek kunnen gaan met het hoofd van een instelling. Maar als adviseren en stimuleren geen effect heeft zet de IGZ corrigeerde maatregelen in. Als de inspectie langs is geweest en dreigt met verscherpt toezicht dan is het verstandig om juridisch advies te vragen over waar je het beste op kan letten.

2. Corrigerende maatregel

Een corrigeerde maatregel is bijvoorbeeld het verbeterplan. De inspectie van de IGZ vraagt dan de zorgverlener om een plan waarin staat hoe de zorgaanbieder ervoor moet zorgen dat zijn zorg verbetert. Hierin moet staan hoe de zorgaanbieder dit gaat aanpakken en binnen hoeveel tijd hij dit gaat realiseren. De inspecteur gaat vervolgens controleren of de zorg verbeterd is, bijvoorbeeld middels een onverwacht bezoek.

3. Bestuursrechtelijke maatregelen

Er zijn zware maatregelen die genomen kunnen worden. Veel bestuursrechtelijke maatregelen zijn van een zwaarder karakter dan de vorige maatregelen. Er kan sprake zijn van het intrekken van een vergunning, een aanwijzing, een bevel, bestuursdwang en een bestuurlijke boete.

Fabrikanten hebben een vergunning nodig om medische middelen te mogen produceren.Als fabrikanten de regels overtreden kan de Inspectie kan deze vergunning intrekken. De IGZ kan een solistisch werkende zorgverlener of een instelling een aanwijzing geven. Dit is een bestuursrechtelijke handhavingsmaatregel die verplicht om verbetermaatregelen te treffen. Als dit geen effect heeft kan de inspectie een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom geven.

Indien er een gevaar ontstaat voor de gezondheid of veiligheid van cliënten, is de inspectie bevoegd om een bevel op te leggen. Dit is alleen mogelijk als er sprake is van een groot gevaar. Het bevel zou kunnen inhouden dat de instelling bepaalde handelingen niet meer mag uitoefenen of dat de instelling moet sluiten. Dit bevel kan maximaal zeven dagen duren. Het kan echter wel worden verlengd door de minister.

Bestuursdwang is een herstelsanctie die de IGZ kan opleggen om iets af te dwingen. Er zijn twee soorten.

  1. Last onder dwangsom;
  2. Last onder bestuursdwang. 

Bij een last onder dwangsom moet de zorgaanbieder stoppen met de overtreding. Voor elke periode waarin de zorgaanbieder weigert, moet zij een boete betalen. Bij een last onder bestuursdwang grijpt de inspectie zelf in. De kosten hiervan moeten wel vergoed worden door de overtreder.

De bestuurlijke boete is een boete die kan worden opgelegd aan de zorgaanbieder. Deze kan worden opgelegd zonder tussenkomst van het Openbaar Ministerie. De boete moet direct worden betaald en heeft een bestraffend karakter.

4. Tuchtrechtelijke maatregelen

De IGZ kan bij het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg een klacht indienen tegen een zorgaanbieder. De Tuchtrechter kan dan vaststellen of de zorgverlener de regels van het tuchtrecht heeft overtreden. Als de zorgverlener inderdaad een regel heeft overtreden neemt deze een maatregel van het opleggen van een boete tot permanente schorsing.

5. Strafrechtelijke maatregelen

De IGZ heeft ook opsporingsambtenaren in dienst die uitgebreide bevoegdheden hebben. Deze ambtenaren zetten zich in voor het opsporen van strafbare feiten. Bijvoorbeeld als het gaat om handel in illegale medicijnen, fraude of seksueel misbruik. De opsporingsambtenaar is bijvoorbeeld bevoegd om mensen te verhoren of tot het in beslag nemen van medicijnen. Vervolgens kan de IGZ een aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.

Er zijn veel verschillende manieren waarop er controle wordt uitgevoerd op zorginstellingen. Er zijn ook verschillende maatregelingen op verschillende gebieden.

Als je als zorginstelling in aanmerking komt met de IGZ is het raadzaam om contact op te nemen met een advocaat. Deze kan je verder adviseren en begeleiden in dit proces.

Plaats direct je vraag