• 088 - 833 88 88
  • Gratis en vrijblijvende intake
  • 7 dagen per week 08:00 - 22:00

Bestuurdersaansprakelijkheid

Bestuurdersaansprakelijkheid is een onderdeel dat afgelopen jaren meer dan voorheen onder de aandacht is geweest. Een vennootschap wordt vertegenwoordigd door haar bestuur(ders).

Deze mensen mogen de onderneming in rechte vertegenwoordigen. Ook bestuurders die zich vrijwillig inzetten voor een onderneming kunnen als bestuurder aansprakelijk worden gesteld.

Plaats direct je vraag

Advocaat Ondernemingsrecht Bestuurdersaansprakelijkheid

Wat is bestuurdersaansprakelijkheid?

In Nederland worden rechtspersonen met betrekking tot vermogensrecht gelijkgesteld aan natuurlijke personen (tenzij de wet hier uitzonderingen op maakt). De vennootschap is in principe aansprakelijk voor de schulden die worden gemaakt, de bestuurder dus niet. Toch kan een bestuurder aansprakelijk worden gesteld naast of in plaats van de vennootschap.

De wet en de statuten van een rechtspersoon schrijven voor wie de onderneming mag vertegenwoordigen en wie er mag handelen namens de onderneming. Het bestuur als geheel en iedere bestuurder zijn hier in principe toe bevoegd. 

Voorbeeld statuten met betrekking tot bevoegdheid bestuur:

“Het bestuur is belast met het besturen van de vennootschap. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming.”

Heb je een vraag over de statuten van je onderneming of een andere vraag over bestuurdersaansprakelijkheid? Neem dan gerust contact met ons op, onze advocaten kunnen jouw vraag beantwoorden.

Welke ondernemingen hebben te maken met bestuurdersaansprakelijkheid? 

Bestuurdersaansprakelijkheid geldt voor bestuurders van ondernemingen die:

  • Een rechtspersoon zijn;
  • Volledig rechtsbevoegd zijn;
  • Onder vennootschapsbelasting vallen;
  • Commerciële activiteiten ontplooien.

Wat is het verschil tussen interne en externe aansprakelijkheid?

Er zijn twee soorten aansprakelijkheid: interne aansprakelijkheid en externe aansprakelijkheid.

Interne aansprakelijkheid: de interne aansprakelijkheid van bestuurders is geregeld in artikel 2:9 van het Burgerlijk Wetboek. Het hele bestuur is aansprakelijk, als één van de bestuurders zijn taak niet goed vervult. Uitzondering is disculpatie, zie hieronder.

Voorbeeld interne aansprakelijkheid
Pieter uit Zwolle is bestuurder van een BV. Het gaat goed met de BV, en er zijn genoeg financiële middelen om de BV uit te breiden. Pieter besluit om wat geld van de BV te gebruiken om een nieuwe auto te kopen, want hij heeft - vindt hij - flink bijgedragen aan het succes van de BV. Pieter gebruikt dus middelen van de rechtspersoon voor persoonlijke doeleinden. Hij kan hiervoor intern aansprakelijk worden gesteld op grond van artikel 2:9 BW.

Externe aansprakelijkheid: de bestuurder wordt dan aansprakelijk gesteld door een derde, denk aan een schuldeiser, een leverancier etc. Verderop in dit artikel vind je hiervan enkele voorbeelden. 

Disculpatie bij interne aansprakelijkheid

Disculpatie wil zoveel zeggen als: het afwentelen van aansprakelijkheid. Een bestuurder kan zich beroepen op disculpatie als:

  • De bestuurder kan bewijzen dat de tekortkoming niet tot zijn werkkring behoorde;
  • De tekortkoming niet aan hem te verwijten is;
  • Als hij niet nalatig is geweest in het in het treffen van maatregelen om de gevolgen van het onbehoorlijk bestuur af te wenden.

De vereisten voor disculpatie lijken op het eerste oog vrij simpel, maar elke situatie is anders. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat niet alle vereisten op een bestuurder van toepassing zijn. Het is daarom verstandig om in zo’n situatie op tijd een advocaat in te schakelen. 

Wanneer kan je als bestuurder aansprakelijk worden gesteld?

INTERNE AANSPRAKELIJKHEID

In het arrest Staleman/Van der Ven uit 1997 werd bepaald dat art. 2:9 BW (oud) vereist dat een bestuurder een ernstig verwijt gemaakt moet kunnen worden om hem aansprakelijk te stellen.

Quote uit het Staleman/Van der Ven arrest (rechtsoverweging 3.3.1.):

“voor aansprakelijkheid op de voet van art. 2:9 [is] vereist dat aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Of in een bepaald geval plaats is voor een ernstig verwijt als hier bedoeld, dient te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval.”

Volgens de Hoge Raad speelt de taakverdeling binnen het bestuur mee en daarbij het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze met nauwkeurigheid vervult. Dit wordt gezien als de centrale norm waaraan bestuurders zich in alle gevallen dienen te houden bij het nemen van beslissingen. Het arrest kan zo worden gelezen dat bij vaststelling van een ernstig verwijt het handelen van de bestuurder moet worden getoetst aan twee onderdelen:

  1. Aan het handelen van een bestuurder met deze toebedeelde taak;
  2. Aan een zorgvuldig handelde bestuurder.

Ook wordt bij het vaststellen van bestuurdersaansprakelijkheid gekeken naar de wettelijke en statutaire regels.

De taakverdeling doet niet af aan de collectieve verantwoordelijkheid van de bestuurders, maar de taakverdeling kan wel consequenties hebben voor individuele disculpatie (zie disculpatie). De vereisten uit het Staleman/Van der Ven arrest zijn nu dus in de wet (art 2:9 BW - nieuw) opgenomen.

Situaties met betrekking tot interne aansprakelijkheid kunnen veel vragen oproepen. Een advocaat kan alle vragen beantwoorden, alles voor je uitzoeken en meedenken over mogelijke volgende stappen. 

Advocaten bestuurdersaansprakelijkheid

EXTERNE AANSPRAKELIJKHEID

Als een bestuurder extern aansprakelijk wordt gesteld, kan dat op verschillende manieren. Onderstaande vier manieren zijn het meest voorkomend:

  1. Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW): deze aansprakelijkheid staat in artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek. Bij dit artikel gaat het om het handelen of nalaten, waarmee iemand (in dit geval de bestuurder) op een onwettige of onbehoorlijke manier een ander schade toebrengt. Er wordt pas een schadevergoeding uitgekeerd als er sprake is van:

               a. Een onrechtmatige gedraging - dit kan bestaan uit een doen of nalaten;
               b. Toerekenbaarheid - de onrechtmatige daad moet kunnen worden toegerekend aan de bestuurder;
               c. Schade - dit kan verlies zijn, gederfde winst of immateriële schade;
               d. Causaliteit - er moet een verband zijn tussen de onrechtmatige handeling en de schade;
               e. Relativiteit - een bestuurder is alleen aansprakelijk voor schade, als de norm die hij overschreden                              heeft als doel heeft om het (aangetaste) recht van de benadeelde te beschermen. Er moet dus een                          relatie bestaan tussen de veroorzaakte schade en het beschermde belang.

Voorbeeld aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
Kees uit Tilburg is bestuurder van een vennootschap. Eén van zijn medebestuurders is een overeenkomst aangegaan met een ander bedrijf. Kees heeft zo zijn mening over deze overeenkomst, hij vindt dat de overeenkomst ondoordacht is aangegaan. Hij beweegt de vennootschap ertoe om de overeenkomst niet langer na te komen. Kees pleegt daardoor willens en wetens een wanprestatie en kan aansprakelijk worden gesteld uit onrechtmatige daad.

Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad komt niet alleen in het ondernemingsrecht voor, maar bijvoorbeeld ook in het strafrecht. Het is dus een heel ‘breed’ artikel. 

      2. Aansprakelijkheid bij faillissement (art. 2:138 BW en 2:148 BW): wanneer er sprake is van faillissement is in           principe iedere bestuurder van de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk. Het bestuur is alleen                                 aansprakelijk voor het tekort als het bestuur zijn taken ‘kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld’ en als dit een             belangrijke oorzaak is van het faillissement. Let op! Het gaat om een andere norm dan bij interne                             aansprakelijkheid (artikel 2:9 BW), van kennelijk onbehoorlijk bestuur is sprake als er onbezonnen,                           roekeloos is gehandeld en als de bestuurder zich ernstig onverantwoordelijk heeft gedragen. De curator                 kan alleen een vordering op grond van onbehoorlijke taakvervulling instellen in de periode drie jaar                           voorafgaand aan het faillissement. 

Voorbeeld aansprakelijkheid bij faillissement
Dirk uit Zoeterwoude is bestuurder van een vennootschap. Dirk is verplicht de administratie van de onderneming bij te houden. Dit houdt in het verwerken, verstrekken, verzamelen, vastleggen van informatie ten behoeve van het besturen en het functioneren van de onderneming. Deze stukken kunnen ook worden gebruikt om verantwoording af te leggen. Omdat Dirk niet snel inzicht kan geven in de stukken en omdat hij niet alle stukken heeft, kan hij niet aan de boekhoudplicht voldoen. Dirk schendt hiermee de boekhoudplicht met als gevolg dat kennelijk onbehoorlijk bestuur vaststaat.

      3. Misleidende voorstelling van zaken: het kan zijn dat bestuurders een verkeerde voorstelling van zaken                    geven met betrekking tot de jaarrekening, het jaarverslag of tussentijdse cijfers. Ook de aandeelhouders                kunnen schade lijden hierdoor. 

Voorbeeld misleidende voorstelling van zaken
Bedrijf A uit Soest heeft de jaarrekening gepubliceerd. Deze jaarrekening blijkt niet getrouw en ontrouw te zijn. De bestuurders zijn hiervoor aansprakelijk. 

Soortgelijke situaties roepen logischerwijs veel vragen op. Een advocaat kan je vragen beantwoorden. Zorg dat je op tijd professionele hulp inschakelt.

      4. Aansprakelijkheid voor bepaalde premie- en belastingschulden: deze aansprakelijkheid komt aan de orde                bij het niet betalen van premie- en belastingschulden aan de Belastingdienst, bestuurders zijn hiervoor                    hoofdelijk aansprakelijk als het niet betalen te verwijten is aan de bestuurder en dus een gevolg is van                    kennelijk onbehoorlijk bestuur. Mocht het zo zijn dat je de schulden niet kan betalen, dan moet je dit                        melden bij de fiscus.

Voorbeeld aansprakelijkheid premie- en belastingschulden
Bedrijf B uit Venlo kan de premie- en belastingschulden op dit moment niet betalen. De bestuurders maken hier geen melding van omdat ze hopen dat de schulden binnenkort wel kunnen worden betaald. De Belastingdienst komt erachter dat er nog veel schulden openstaan en dat er geen melding is gemaakt dat de schulden niet kunnen worden betaald. De bestuurders van Bedrijf B zijn hiervoor aansprakelijk.

Het kan zijn dat jouw bedrijf ook achterloopt met het betalen van premie- en belastingschulden. Dit kan voor hele vervelende situaties zorgen. Zorg daarom dat je op tijd een advocaat inschakelt. Dit maakt dat eventuele schade kan worden beperkt.

Wat moet je doen als je aansprakelijk wordt gesteld? Bestuurdersaansprakelijkheid en advocaat

Een bestuurder is niet bij de eerste de beste foutieve inschatting aansprakelijk. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Dat geldt ook bestuurders. Toch is, mede ingegeven door de toenemende aandacht voor integriteit, de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders wel – meer dan voorheen – een bruikbaar instrument voor aandeelhouders en derden. De beoordeling van het handelen van bestuurders lijkt kritischer, de weging zwaarder. Een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering is aan te bevelen. Net als, mocht jij onderwerp zijn van een conflict over bestuurdersaansprakelijkheid, het consulteren van een advocaat. Hij kan je helpen met het voeren van verweer en het uitstippelen van een strategie om tot een zo gunstig mogelijke uitkomst te komen.

Plaats direct je vraag